woensdag 26 juni 2013

De lange weg naar een smalle AWBZ

Herinnert u zich nog de wachtlijsten in de jaren negentig? Ik zie het nog voor me: ouderen die naar de rechter stapten omdat ze geen thuiszorg kregen of heel lang moesten wachten. We hebben daarna nog de regionale indicatieorganen gehad om te komen tot objectieve, integrale indicatiestelling. Ook daar zijn we weer van teruggekomen. Ik was een aantal zaken alweer vergeten, maar het zijn allemaal stappen geweest om te komen tot een kern AWBZ. Roeland Kreeft van Bureau Companen schetste tijdens de Netwerkbijeenkomst Wonen en Zorg van 20 juni jongstleden voor leden van Aedes op heldere wijze de veranderingen die momenteel plaatsvinden in wonen en zorg en liet het hele historische plaatje zien.

Erg interessant om terug te blikken naar het begin van de modernisering van de AWBZ. En nog altijd bevinden we ons op de weg naar een smalle AWBZ. Beetje bij beetje is de AWBZ de laatste jaren uitgekleed. In 2017 is er alleen nog een kern AWBZ over. De hele indicatiestellingsystematiek gaat op de schop, de zorgzwaartepakketten, die nog niet zo lang geleden driftig zijn ingevoerd, gaan weer langzamerhand verdwijnen. En er komt een nieuwe Wmo, waarschijnlijk zonder de prestatievelden en met veel vrije ruimte voor gemeenten. Zal dit ertoe leiden dat er seniorvriendelijke gemeenten gaan ontstaan waar het voor zorgbehoevende mensen goed toeven is? Zo ja, zullen anderen er dan wegtrekken of juist blijven? Lekker rustig en levensloopgeschikt?

Niet iedereen kan zelfstandig wonen
Vooralsnog moeten de gemeenten nú hard werken om voorzieningen op peil te krijgen. Sommige gemeenten, zoals Amsterdam en Rotterdam hebben al een visie geformuleerd en partijen bij elkaar gebracht. Andere gemeenten wachten nog af. Aanbieders van wonen en zorg en burgers kunnen deze gemeenten goed helpen met het formuleren van de agenda. Zij weten vaak wat de behoefte is. Zo niet,dan is het hoog tijd hier met elkaar over te praten!

Eén zaak is nu al duidelijk: niet iedereen die straks geëxtramuraliseerd is, kan zelfstandig wonen. Het aanbod moet hierop worden aangepast. De maatschappij zal een handje moeten helpen. De Wmo is er voor vervoer, beschut wonen, rolstoelen, verzorgingshuis, begeleiding, cliëntenondersteuning en kortdurend verblijf. De zorgverzekeringswet is er voor verpleging thuis, huisartszorg, ziekenhuiszorg, ambulante begeleiding GGZ, behandeling GGZ. De kern AWBZ is een volksverzekering voor onverzekerbare risico’s zoals verpleging in het verpleeghuis, verblijf in woonvoorziening voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en verblijf in een GGZ instelling.

Behoefte aan beschermde woonvormen
Wat betekent dit voor de aanbieders? Zorgorganisaties krijgen vooral te maken met mensen met zwaardere zorg. Zij zijn bezig met het toekomstbestendig maken van het zorgvastgoed. Er zal ook veel behoefte komen aan zorg en diensverlening aan huis. Daar hebben zorgorganisaties ervaring mee. Corporaties krijgen te maken met huurders van allerlei pluimage. Er komen meer en andere huurders bij. De meningen zijn verdeeld of er echt méér huurders bij komen. Sommige corporaties merken nu al dat GGZ cliënten begeleiding thuis nodig hebben en zien dat daar particuliere initiatieven op inspringen. Volgens Roeland Kreeft hebben kwetsbare burgers vaak moeite met het ordenen van de dag en met het huishouden. Als er onvoldoende mantelzorg is en onvoldoende zorg van gemeenten komt, is toezicht nodig. Geclusterde woonvormen zijn bijvoorbeeld een oplossing.

Mensen met een beperking lopen soms risico op eenzaamheid en zoeken veiligheid. De resultaten van het prachtige onderzoek van NICIS ‘Onder de mensen’ zijn nog altijd actueel. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat kwetsbare mensen in de wijk het zelfstandig wonen waarderen maar dat zij niet of nauwelijks participeren en zich regelmatig eenzaam voelen. Beschermde woonvormen zijn voor deze doelgroepen vaak prettig. Welzijnsorganisaties zijn hard nodig omdat kwaliteit van leven steeds belangrijker worden. Zij kennen de kwetsbare mensen en kunnen een goede rol vervullen in het bijeenbrengen van vraag en aanbod.

Nieuwe concepten
Corporaties, gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties moeten afspraken maken over wie welke taken op zich neemt om de huurder zo prettig mogelijk te laten wonen. Dat is ook voor de omgeving van belang. Natuurlijk moert dit gebeuren in samenspraak met de huurder en huurders-, patiënten, cliënten- en ouderenorganisaties. Er zal meer behoefte komen aan beschermde woonconcepten. Nieuw leven voor serviceflats, nieuwe wooninitiatieven zoals het Thuishuis, luxere appartementen en grondgebonden woningen met dienstenarrangement op maat, modern groepswonen en meergeneratie wijken. Creatieve initiatieven zoals het Bruishuis in Arnhem en de Amstelflat in Assen, met kortdurende opvang, zijn er al en (her)nieuw(d)e concepten komen eraan. Dat maakt het veld wel heel spannend, dynamisch en uitermate boeiend. Maar de belangrijkste vraag blijft: is er straks voldoende aanbod voor mensen met een smalle beurs en voor mensen die het echt nodig hebben?


Door Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Binnen het Kenniscentrum richt zij zich op de thema's: klantparticipatie, woonvariaties, kleurrijk wonen, welzijn en zorg en buur(t)projecten.