donderdag 21 februari 2013

Anders wonen: de tijd is er rijp voor

Het is wat tegenstrijdig: aan de ene kant stimuleert de overheid het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen met allerhande maatregelen. Aan de andere kant zijn budgetten minder toereikend om dit uit te voeren en staan beleidsmaatregelen er haaks op. Neem de woongemeenschappen voor ouderen, een woonvorm die juist nu aantrekkelijk is: samen zelfstandig wonen en ouder worden, tot op zekere hoogte voor elkaar zorgen, desgewenst samen zorg inkopen. Ideaal! Maar burgers die een woongemeenschap willen oprichten, merken dat nieuwbouwprojecten niet of nauwelijks mogelijk zijn omdat corporaties hier minder in kunnen investeren. Bovendien hebben (bestaande) woongroepen last van de inkomensgrens* die gesteld is. Sommige huurders komen niet in aanmerking voor het wonen in een woongroep omdat ze teveel verdienen. Of raken hun koophuis niet kwijt en kunnen niet overstappen. Toch is er hoop. De tijd is nu rijp voor woongemeenschappen. Dat bleek ook tijdens het congres 'Anders Wonen' op woensdag 14 februari 2013.

Kadootjes voor de samenleving
Kees Penninx, directeur van bureau Activ Age ziet ook kansen voor woongemeenschappen. ‘Het zijn geen eilanden in de samenleving. Het zijn kadootjes voor de samenleving!’, zegt hij op het congres 'Anders Wonen'. Zij brengen gemeenten en corporaties dichterbij hun doel. Bewoners van woongemeenschappen nemen op tijd maatregelen: zij zorgen voor onderlinge hulp en ondersteuning. Door het samenwonen voelen zij zich geborgen waardoor zij zich makkelijker naar buiten richten. Woongemeenschappen kunnen het sociale weefsel in de wijk versterken. Bovendien zorgt de ruimtelijke concentratie van de groep mensen voor efficiënte wijkgerichte zorg. 'De thuiszorg kan meteen een hele groep voorlichting geven', voegt Penninx toe. Daarnaast laten ouderen die naar een woongemeenschap verhuizen een woning achter, vaak een eengezinswoning. Dat bevordert doorstroom. Het past ook prima bij het scheiden van wonen en zorg: verzorgingshuizen verdwijnen en het gemeenschappelijk wonen kan voorzien in de lacune tussen thuis en het verpleeghuis.

Van pamperen naar sociaal ondernemerschap
Een punt is natuurlijk: nieuwbouw is moeilijk. Er zijn wel mogelijkheden in bestaande bouw, zoals het 'gestippeld wonen', een vorm van groepswonen waarbij leden van een woongroep verspreid wonen over een complex. Ook zijn sommige leegstaande panden geschikt voor woongemeenschappen. Hester van Buren, bestuurder van woningstichting Rochdale in Amsterdam, is betrokken bij diverse woongemeenschappen voor allerlei doelgroepen, zoals oudere migranten. Van Buren ziet dat gemeenschappelijk wonen meerwaarde biedt voor de buurt en voor de bewoners zelf, die zich weerbaarder voelen. Het bespaart ook kosten in zorg en welzijn.

Maar Rochdale heeft zoals alle andere corporaties te maken met de verhuurdersheffing, saneringsheffing en extra huurverhogingen, waardoor het moeilijker wordt voor corporaties om geld te lenen en te investeren. Het dwingt de corporatie tot het maken van andere keuzes. Rochdale wil de dienstverlening wel op peil houden en kiest ervoor om nieuwbouwprojecten uit te stellen en vooral te focussen op bestaand bezit. Wat betreft de woongemeenschappen en andere woonvormen denkt de corporatie na over bijvoorbeeld het oprichten van bewonerscoöperaties. Dan kunnen mensen in wooncomplexen zich verenigen tot een coöperatie en zelf het onderhoud inkopen en allerlei klussen laten doen. ‘Niet pamperen maar sociaal ondernemerschap.’

Woongroep, een schakel in de zorgketen
Ook inspirerend en kansrijk is de visie van WZH Waterhof. Jan Willem van den Dool, locatiemanager van deze zorgorganisatie, ziet de woongroep als schakel in de zorgketen. De Indische ouderen van woongemeenschap PINS maken gebruik van voorzieningen van de Waterhof, doen mee aan activiteiten, eten daar soms. Een aantal van de bewoners van deze woongemeenschap is vrijwilliger op de afdeling voor mensen met dementie. ‘Er vindt dus echt kruisbestuiving plaats’, merkt van den Dool op. Hij ziet uitdagingen voor de toekomst. De grootste ligt volgens hem bij het elkaar ontmoeten. De Waterhof wil een soort buurthuisfunctie vervullen. Ook vindt van den Dool het belangrijk dat er voldoende aandacht is voor cultuursensitieve zorg, omdat veel Haagse ouderen een niet-Nederlandse achtergrond hebben.

Op de vraag of een groep van 40 homosexuele ouderen die samen willen wonen in leegstaande woningen terecht kunnen bij de Waterhof, zegt van den Dool onmiddellijk: Ja. En dan zijn zij niet verplicht om zorg bij de Waterhof af te nemen. 'Want wij doen niet aan gedwongen winkelnering’, aldus van den Dool. Kortom: Woongemeenschappen zijn kansrijk in deze tijd. Welliswaar met de nodige hobbels, maar lef, creativiteit en enthousiasme kunnen deze bestrijden en kunnen de tegenstrijdigheid in het beleid aan. Veel bewoners van woongemeenschappen en professionals die zich inzetten voor het realiseren van deze woonvorm hebben deze eigenschappen van nature!

Openstaan voor initiatieven
Maar laten we oppassen om deze woonvorm als oplossing voor alles waar de samenleving nu tegenaan loopt te zien. Straks dwingt de overheid alle mensen tot wonen in woongemeenschappen. En dat is nu niet de bedoeling! Het kan een prachtige woonvorm zijn voor mensen die daar voor openstaan. Het wonen in een woongemeenschap moet natuurlijk wel bij je passen. Het is tijd voor variaties in woongemeenschappen. Het kan op allerlei manieren gevormd worden, van 'gestippeld wonen' tot hofjes. Ik zie kansen hiertoe. Openstaan voor diverse initiatieven is belangrijk. Gemeenten en corporaties kunnen actief meedenken en bewoners met woonwensen faciliteren. Een korte doorlooptijd om het groepsproces niet te frusteren is belangrijk. Woongemeenschappen zijn kadootjes voor de samenleving, maar zij moeten wel uitgepakt worden.

* Woningcorporaties zijn verplicht om 90% van hun sociale huurwoningen toe te wijzen aan huishoudens met een verzamelinkomen tot € 34.229. 10% mag naar de hogere inkomens

De organisatie van het congres 'Anders Wonen' was in handen van Stichting Innovaties voor Gemeenschappelijk Wonen (SING), Gemeente Den Haag, Ipse De Bruggen, de Haagse Hogeschool, Woonzorgcentra Haaglanden en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg.
 
Meer informatie:

Door Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Binnen het Kenniscentrum richt zij zich op de thema's: klantparticipatie, woonvariaties, kleurrijk wonen, welzijn en zorg en buur(t)projecten.